Juridische status van virtuele objecten in online games

Hoewel de Hoge Raad zich al eens uitsprak over virtuele objecten, diefstal ervan is diefstal, blijft er discussie over. De aanleiding was een artikel in het Advocatenblad waarin werd betoogd dat de HR de plank had misgeslagen. Een zwaard of amulet, een setje “meubi’s” of een virtueel bouwwerk – het zijn ‘goederen’ in de zin van art 310 Sr en dus is diefstal ervan mogelijk. Bij IT en Recht betoogt advocaat Filip Van Eeckhoutte, ‘als plichtplegende vader van een computerspelfreak van veertien’, dat virtuele objecten ‘zich voordoen als zaken waarop feitelijke macht kan worden uitgeoefend, alsof we daarvan eigenaar zijn’. Vanuit juridisch perspectief zijn het dan vermogensrechten die mogelijk ook nog auteursrechtelijk beschermd zijn. Op die vermogensrechten kan inbreuk worden gemaakt en dus zouden spelbeheerders ‘veel meer dan nu het geval is’ in ieder geval voor heldere spelvoorwaarden moeten zorgen. ‘Een dergelijke afbakening kan ongemak tussen de spelers, de spelbeheerder en/of de server-eigenaar voorkomen en zorgen voor een beperking van aansprakelijkheden’.