Speciaal politieteam voor aanpak jihadisten ‘krijgt het druk’

De Nederlandse politie is versterkt met een speciaal team dat zich exclusief met jihadisten bezighoudt. Volgens minister Opstelten moet het team, ‘een landelijke club met rechercheurs’, Nederlandse sympathisanten van radicale moslimclubs als ISIS aanpakken. Opstelten benadrukt dat het OM alert is op uitingen op sociale media en dat de overheid ‘al heel veel doet’. Er worden mensen bij de grens tegengehouden als ze het land in of uit willen, er worden paspoorten ingenomen, uitkeringen ingetrokken, er worden financiële transacties voor onderzoek naar de AIVD gestuurd en ruim dertig Syriëgangers zijn al uit het GBA geschreven. Volgens CDA-leider Sybrand Buma is dat allemaal nog niet genoeg. Hij bepleitte deze week dat verheerlijking van geweld – vooral op sociale media te zien – strafbaar moet worden. Opstelten wees Buma’s voorstel direct af: hij wil geen ‘gedachtepolitie’ en vindt dat het huidige strafrecht voldoende mogelijkheden kent om opruiing of haatzaaien.

Volgens columnist Jonathan van het Reve moeten politie en OM zich een slag in de rondte werken om iedereen te arresteren die geweld verheerlijkt. Immers, als je uitingen wil verbieden vóórdat het haatzaaien begint, als je websites, tweets, postings, filmpjes en wat al niet meer eerst wil weghalen en dan pas vragen gaat stellen, heb je veel capaciteit nodig. In Engeland zijn ze al verder, schrijft Van het Reve. Daar kan zelfs het bekijken van onthoofdingsbeelden al als een misdrijf worden beschouwd. En daarmee creëren overheden een ‘juridisch moeras’, waar je hooguit een enkeling oppakt en waar je met een goede advocaat snel weer buiten staat. Hij wijst bovendien op het risico van verbieden: Syriëgangers en IS-sympathisanten worden weer onzichtbaar, in de krochten van internet blijven de filmpjes gewoon aanwezig, de AIVD krijgt het moeilijker om die te vinden en politie en OM krijgen het druk. Het slachten en verkrachten blijft doorgaan, voorspelt Van het Reve. ‘Maar onze oogjes zullen zijn beschermd door de daadkracht van onze democratisch verkozen censoren. We zullen weer rustig kunnen slapen – ironisch genoeg dankzij fotograaf James Foley, die naar Syrië ging om de wereld te laten zien wat daar gebeurde.’