Landsadvocaat maakt analyse online aangejaagde openbare-ordeverstoringen

Steeds vaker beginnen openbare-ordeverstoringen als kleine opstootjes in de online wereld en ontwikkelen ze razendsnel tot (mogelijk) ernstige verstoringen in de fysieke wereld. Bij het tegengaan daarvan ‘lijkt het laveren tussen chaos en censuur’, schrijft Justitieminister Dilan Yesilgöz. Er zijn meerdere juridische interventies mogelijk, blijkt uit een analyse van de Landsadvocaat van de wettelijke bevoegdheden die burgemeesters hebben om online aangejaagde openbare-ordeverstoringen tegen te gaan, zowel straf- als civiel- en bestuursrechtelijk. meningsuiting. De analyse maakt duidelijk dat er wel degelijk juridische interventies zijn. De Landsadvocaat wijst grond- en mensenrechtelijk op Art.10 EVRM en natuurlijk Art.7 GW, strafrechtelijk op onder meer Art.125p Sv en Art.540 Sv, civielrechtelijk op Art.16 DSA en bestuursrechtelijk op de APV. De Gemeentewet biedt géén specifieke bevoegdheden om online op te treden tegen online aangejaagde openbare-ordeverstoringen, aldus het stuk. De Landsadvocaat schrijft zich te kunnen voorstellen dat een noodbevel wordt afgegeven maar dat mag dan niet vanwege de inhoud van de uiting: het noodbevel mag geen preventieve censuur betekenen. Ook de APV biedt geen ruimte, zoals die APV ook in de fysieke wereld niet gebruikt kan worden tegen ‘uitingen die inhoudelijk als ongewenst worden gezien’. Gemeenten beschikken inmiddels over een Handreiking waarin het juridisch kader wordt verduidelijkt, over een webdossier, een fenomeenkaart en een barrièremodel,
er draait een Project Online Content Moderatie (PrOCoM) en er wordt gewerkt aan een online meldpunt, een ‘integraal afwegingskader’ en een ‘digitale consultatiebox’ en er zijn ‘Leerkringen XL‘ om best practices te delen. Komen er nieuwe bevoegdheden, dan moet volgens de analyse eerst worden getoest of een nieuwe taak of bevoegdheid passend is bij de rol en positie van de burgemeester binnen het lokaal bestuur.